Dr. M. Klaassen propageert slachtofferschap en ontloopt verantwoordelijkheid

Dr. M. Klaassen en zijn platform Bijbels Beraad M/V waarschuwen de wereld voor de gendergekte en regenbooghysterie. Dat ze alles kunnen zeggen over LHBTI is een groot goed, maar tegelijkertijd ontlopen hij en andere orthodoxe christenen hun verantwoordelijkheid. Ik verwacht van dominee Klaassen en zijn broeders van Bijbel Beraad M/V wat meer manhaftigheid en minder slachtofferschap.

Gepubliceerd op CVandaag d.d. 4 juni 2024.

In zijn recente artikel ‘Niet haat, maar realisme keert het gendertij’ reageert dr. M. Klaassen, die als lector verbonden is aan het interkerkelijk platform Bijbels Beraad M/V, op een boekrecensie van emeritus hoogleraar genderstudies prof. dr. Maaike Meijer. Deze recensie (onder de titel ‘Waarom homo’s en transgenders de heksen zijn van deze tijd’) slaat op het nieuwe boek van filosoof Judith Butler Wie is er bang voor gender? Voor Meijer komt dit boek als geroepen, ‘nu haat tegen LHBTI’ers als een stoomwals over de wereld rolt’.

Klaassen verwijt in zijn reflectie op de recensie Butler ook een over de wereld uitgerolde stoomwals, namelijk een ‘nieuwe, revolutionaire manier van denken’, waarbij ‘gender niet meer bepaald’ wordt ‘door het biologische geslacht, maar door de subjectieve genderbeleving’. Dit alles omdat Butler in haar eerdere boek Gendertrouble betoogde dat gender ‘vloeiend en flexibel’ is en dat onze genderetiketten (man/vrouw) tekort doen aan die fluïditeit. Nu kritische geluiden, vanuit wetenschap en maatschappij, de nodige kanttekeningen plaatsen bij Butlers betoog en argwaan ten aanzien van genderbehandelingen lijkt toe te nemen, was het voor Butler tijd om te komen met haar jongste pennenvrucht. Volgens haar is er, zo vat Klaassen haar pleidooi samen, sprake van ‘angst die gevoed wordt door politiek-rechts en religieuzen’. 

Dit schiet Klaassen in het verkeerde keelgat. Volgens hem doet Butler (en in haar kielzog Meijer) hetzelfde als wat ze hun tegenstanders verwijten: het aanwijzen van een zondebok. ‘Zoals rechts in LHBTI een zondebok zoekt, zoeken zij dat in rechts en religieus. Maar daarmee maken ze zich schuldig aan blame-shifting.’ Klaassen erkent dat er veel haat en negativiteit jegens LHBTI’ers bestaat, maar dat het gevaarlijke framing is als Butler en Meijer dit ten laste leggen aan ‘religieuzen’.

Treft religieuzen dan geen enkele blaam? De vraag stellen, is hem beantwoorden. Het triggert mij als mensen als Klaassen door de jaren heen van alles kunnen zeggen over LHBTI’ers (en het is een groot goed dat dat kan!), maar nimmer of bij zeer hoge uitzondering het zelfreflecterend vermogen kunnen opbrengen het effect van eigen woorden onder de loep te nemen. Ook roept het reactie bij mij op dat Klaassen wel in één pennenstreek ‘rechts’ ervan beschuldigt een zondebok te zoeken, maar daarvan zichzelf als religieuze volledig distantieert. Waaruit blijkt dat rechts in LHBTI een zondebok zoekt? Waarin verschilt rechts van religieus als het hierom gaat?  

De kracht van woorden
Ik begrijp de reactie vanuit de religieuze wereld als (naar ik wil vermoeden zuivere, met zorg doordrenkte) intenties worden ondermijnd door te moeten incasseren dat zij zou spreken over homo’s en trangenders als ‘heksen van deze tijd’. Dergelijke woorden doen oprechte pogingen om het genderdebat vanuit orthodox perspectief te benaderen, geen recht en geen goed. Daar moeten we dan ook mee ophouden. Reformatorischen spreken niet over homo’s als paria’s en transgenders als heksen. Zoals Klaassen schrijft: ‘Homo’s en transgenders zijn geen heksen of paria’s, maar mensen, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis.’ De stem van Bijbels Beraad M/V is dan ook, zo geloof ik, geen stem uit haat en rancune, maar een stem uit zorg.

Dit gezegd hebbende, kan de behoudende (refo)wereld haar handen niet oneindig in onschuld blijven wassen, hoezeer zij ook recht heeft haar geluid te laten klinken. Ik ben een te groot liefhebber van onze vrije democratie om dat geluid te dwarsbomen, ook als dat geluid mij kwelt, schoffeert en hier en daar op de ziel trapt. En in dit laatste schuilt een morele spagaat. En een angel.

Bij Bijbels Beraad M/V zijn ze ook niet van gisteren. Ze weten heus wel dat hun woorden door mensen (LHBTI’ers, hun ouders/verzorgers en vrienden, enzovoorts) als kwellend, schofferend en pijnlijk worden ervaren. Maar de missie gaat door, ten dienste van het grotere doel, namelijk de wereld waarschuwen voor de gendergekte en regenbooghysterie waarin we schijnen te zijn beland. In de afweging van belangen delven de gevoelens van individuen weleens het onderspit en dat is op zich niet gek. Zo werkt dat nu eenmaal, ook in de politiek en ook in het runnen van een bedrijf. 
Echter, daarmee is niet alles gezegd. Als je door je woorden aanleiding geeft om negatief te denken over wat wordt omschreven als een kwalijke genderideologie, doorspekt van satanische tijdgeestelementen, moet je er niet vreemd van opkijken dat je publiek negatief gaat denken over wie een dergelijke ‘ideologie’ voorstaan en verdedigen.

En omdat de gemiddelde burger maar moeizaam een onderscheid maakt tussen een medeburger en zijn of haar ideeën, is het niet zo vreemd dat over een LHBTI’er die de gewraakte genderideologie voorstaat, negatief wordt gedacht. We zien het voor onze ogen gebeuren en ik maak het zelf aan den lijve mee, nu ik groen licht zie voor een relatie van liefde en trouw tussen mensen van hetzelfde geslacht. Ideeën van orthodoxen over dit standpunt hebben een direct effect op hoe men naar mij als John Lapré kijkt. Vriendschappen zijn verloren gegaan, kostbare relaties verbroken. Vanwege denkbeelden die één op één zijn terug te vinden op de website van Bijbels Beraad M/V. 

Manhaftigheid
Religieuzen lijken weleens te vergeten dat hun woorden niet alleen een onderwerp raken, maar ook direct de mens achter een onderwerp. Dat kan het onvermijdelijke effect zijn van een religieus statement, maar erken dan ook dat negativiteit jegens LHBTI’ers ten laste kan worden gelegd aan religieuzen. Er is veel negativiteit (en soms zelfs haat) jegens LHBTI’ers die voortkomt uit een religieuze bron. Zo’n bron is, als u het mij vraagt, ook Bijbels Beraad M/V. Het zou het platform sieren als zij ruiterlijk zou erkennen negativiteit jegens LHBTI’ers te faciliteren. Dat zij dat nooit gaat doen, weet en snap ik ook wel. Waar het platform weliswaar niet verantwoordelijk is voor hoe lezers omgaan met uitingen (dat zijn namelijk de lezers zelf), is zij wel medeverantwoordelijk voor welke emoties zij oproept. Bijbels Beraad M/V weet heel goed hoe oog- en oorpoort samenhangen met geest, ziel en lichaam en in dat proces heeft zij een rol die niet losgeweekt is van morele verantwoordelijkheden. 

Ik zou van Bijbel Beraad M/V wat meer manhaftigheid verwachten. Wat meer moed en durf. Wat meer de wil om verantwoordelijkheid te dragen. De tijd van geplaveide volzinnen waarin eigen slachtofferschap wordt gepropageerd, moet tot het verleden behoren. Waar het platform minderheden, die geen bedreiging vormen, negatief weet te raken, moet zij leren mans genoeg te worden om sterke maatschappelijke reacties op het statement “wij gaan LHBTI’ers kwetsen en pijn doen, maar dat is een onvermijdelijk effect van onze missie” te incasseren.

John Lapré was jarenlang actief als spreker tijdens christelijke events. Hij is werkzaam als beroepsmilitair bij het ministerie van Defensie. Klik hier om de website van John Lapré te bezoeken. 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek - De veilige kerk, Homoseksualiteit

Plaats een reactie